Wat is de gebruikelijke route naar energieneutrale sociale huurvoorraad? Dus helemaal duurzaam: geen gebruik van fossiele brandstoffen. Allereerst en vooral verlaging van de energievraag. Vervolgens inzet van duurzame energie voor die resterende, maar lage energievraag. Pas als er daarna onverhoopt nog energie nodig is, komen met fossiele brandstoffen opgewekte warmte of elektra in beeld. De trias energetica in een notendop. Hét algemeen toegepaste basisprincipe voor energiebeleid.
Panacee
Generaties architecten zijn opgeleid om gebouwen zó te ontwerpen, dat deze optimaal energiezuinig en gezond zijn bij een minimum aan installaties. Ook de meeste corporaties volgen deze lijn als het gaat om terugdringing van milieubelasting van de bestaande voorraad. Passief renoveren sluit hierbij aan. Zo trekt De Kroeven in Roosendaal veel aandacht. Voor velen dé panacee. Toevoeging van een zeer fors isolatiepakket aan de schil van bestaande woningen. Vergelijkbaar of zelfs dikker dan bij nieuwbouw. Alle kieren en naden afgedicht en met gebalanceerde mechanische ventilatie
Vraagtekens
Hoe houdbaar is die droom van het passief renoveren van grote delen van de sociale voorraad? Als meest geëigende weg naar energieneutraal woningbezit. Drie vraagtekens. Allereerst de praktische haalbaarheid van dat passief renoveren. Deze forse ingreep is meestal alleen in lege woningen uitvoerbaar. Maar het ontbreekt aan doorstroming. Daarbij zijn huurwoningen vaak klein en ongeschikt voor dikke isolatiepakketten en ruimtevretende ventilatiesystemen. Het tweede vraagteken is financiële haalbaarheid. Investeringskosten van passief renoveren zijn erg hoog. Bevlogen volkshuisvesters bestrijden nog steeds dat die hoge investeringen in de bestaande voorraad voor corporaties en hun financiers een probleem vormen. Met argumenten als levensduurverlenging, verlaging van de energienota en verhoging marktwaarde. Toch is de praktijk weerbarstig. Rendementen zakken door de bodem, risico’s zijn hoog en het geld is niet te lenen. Het derde vraagteken komt van de klant zelf. Hoe realistisch is het dat huurders potdichte, snel oververhitte en van geavanceerde installaties voorziene passief gerenoveerde woningen accepteren?
Stroomversnelling
Concurrentie uit onverwachte hoek. Productie van duurzame warmte en elektra komt namelijk in een stroomversnelling. Exploitatielasten voor duurzaam opgewekte warmte en elektra dalen snel. Tegelijk stijgen opwekkingsrendementen spectaculair. De markt is op drift. Een flink veld PV-panelen op het huizenblok zonder aanschafkosten. Leveranciers van duurzaam opgewekte warmte, die bij corporaties aankloppen met aantrekkelijke aanbiedingen. Popelend om de exploitatie van de warmteopwekking en –levering van corporaties over te nemen. Ook met de randvoorwaarde van de corporatie dat alleen duurzaam opgewekte warmte aan huurders geleverd wordt. Inclusief concurrerende tarieven.
Troonopvolger
Verlegging van exploitatie van warmteopwekking in de bestaande voorraad naar marktpartijen verschaft corporaties in financieel opzicht lucht. Passief renoveren kan deze trend nooit volgen. Kosten blijven naar verhouding hoog en outsourcing onmogelijk door verwevenheid van die ingreep met het vastgoed. De trias energetica komt in een ander daglicht. Duurzame energie als troonopvolger van energiebesparing binnen de trias energetica. Hoe? Een redelijk in plaats van een zwaar isolatieniveau. Een hanteerbaar en eenvoudig ventilatiesysteem in plaats van een geavanceerd ventilatiesysteem. Een comfortabel en een gezond binnenklimaat in plaats van extreme focus op terugdringing van warmtevraag. Betaalbare en ruimschoots beschikbare duurzame warmte en elektra maken het sociale bezit energieneutraal. Er is genoeg en tegen redelijke prijzen. Huurwoningen zijn comfortabel en gezond.
Bronvermelding: Kennisbank Bestaande Woning Bouw